Dutch-German translations for ruzie maken

• sich streiten
• sich zanken
• streiten
  Die Eltern sollten nicht schon vor der Geburt des Kindes streiten. De ouders moeten niet al voor de geboorte ruzie maken.
  Es sind die, die nicht in der Lage sind, den Zeitgeist zu verstehen, die sich mit denen streiten, die sich ein Europa wünschen, das funktioniert. Het zijn degenen die niet in staat zijn de tijdsgeest te begrijpen, die ruzie maken met degenen die een werkbaar Europa voorstaan.
  Ich bin durchaus für Schlankheit, ob es eine Seite oder eineinhalb Seiten sind, darüber werden wir uns sicherlich nicht streiten. Ik ben zonder meer voor eenvoud: of het nu om een of anderhalve pagina gaat, daarover zullen wij zeker geen ruzie maken.
• zoffen

Related words

• ruzie
• ruzieën
• ruzien
• ruziestoker
• ruziemaker
• ruzieachtig
• burenruzie
• caféruzie
• ruziemaken